‘Als ik de zus van Brecht zou zijn, dan was Brecht de broer van mij.’

door | 26 december 2022 | Uncategorized

Bijna vier jaar en school is in zicht. Alsof kinderen het weten wordt er aan de lopende band gerijmd en anderszins geknutseld met taal. Toevallig? Nee. Niet voor niets dat peuters juist nu toe zijn aan een volgende stap.

Om de laatste martelende meters van onze kerstwandeling door te komen, hebben we een spel bedacht: rijmwoorden zoeken. Sinds een paar weken heeft Hylke de smaak te pakken. Hij merkt uit zichzelf op wanneer woorden rijmen. Of denkt dat te weten.

Al klopt het soms niet (‘Scheen… Veer… Hee! Dat rijmt!’ Eh… nee.), hij kan vanuit het niets de mooiste rijmwoorden roepen.

‘Knakworst!’ klonk het laatst trefzeker uit Hylkes kamer na het opvangen van het woord ‘Staphorst’. Een onbedoeld ingenieus staaltje dichtkunst.  

Nog een halve kilometer te gaan, dus we gooien er nog eens een woord in.

‘Wat rijmt er op goed?’

‘Hoed!’

‘En op want?’

‘Hand!’

‘Ja! En op… boot?’

‘Hoot!’ Tja, ik merk maar weer eens dat de ‘H van Hylke’ flink is vertegenwoordigd.

Alsof hij zichzelf voorbereidt op zijn naderende start op de basisschool, speelt Hylke non-stop met taal. Komt mooi uit dus dat juist rond de tijd dat kinderen vier jaar worden het metalinguïstisch bewustzijn de kop opsteekt. Ze doen, anders gezegd, ontdekkingen over taal.

Ik zie het graag zo voor me: een kind zweeft op ontdekkingstocht boven een brei aan woorden. En ontdekt daarin spelenderwijs verbanden of verschillen.

Het één heeft natuurlijk met het ander te maken. Hylkes belevingswereld wordt groter: hij speelt meer samen met leeftijdsgenoten en ontwikkelt interesses. Daarbij komt, dat hij zich beter inleeft in anderen (boos, druk, jaloers), verschillen en overeenkomsten ziet (gevaarlijk – ongevaarlijk, ver weg – dichtbij, aardig – stom) en meer besef krijgt van tijd (gisteren, straks, volgend jaar). Dit bewustzijn van mensen, dingen en gebeurtenissen moet worden uitgedrukt in taal. Steeds abstractere taal ook.

Je kan Hylke soms bijna letterlijk vanuit een helikoptertje naar een situatie zien kijken.

Zo hoorden we laatst vanaf de achterbank in de auto deze overpeinzing: ‘Ik ben de broer van Brecht. Als ik de zus van Brecht zou zijn, dan was Brecht de broer van mij.’

Het begint ons te dagen dat de peuter hier eindigt en de kleuter begint.

Over rijmwoorden gesproken. ‘Hij is er echt aan toe,’ hoor je ouders vaak verzuchten over hun bijna-basisscholieren. Nou, dat kan wel eens kloppen.

Zonder kleerscheuren eindigen we de kerstwandeling bij het huis van opa en oma. ‘Ik heb trek,’ zegt Hylke. ‘Met de T van Takkie.’

Bronnen bij deze column: Expertisecentrum Nederlands en ‘De taalontwikkeling van het kind’ van A.M. Schaerlaekens

Hoi, ik ben Jente!

Hier kunt je kort samenvatten wie je bent, wat je doet en wat je missie en visie eigenlijk is.

Lees meer in deze blogs